De dar, een cru luizenleven

De honingbij leeft in een volk. Een volk bestaat uit werksters, darren en een koningin. Een dar is een mannetjesbij. Hun voornaamste functie is het bevruchten van een koningin. Darren zijn enkel nodig als er ook jonge koninginnen zijn om te bevruchten. Daarom zal een bijenvolk alleen darren produceren tijdens het zwermseizoen, dat vanaf ongeveer het begin van de lente tot halverwege de zomer loopt.

Uiterlijke kenmerken

De dar is groter dan een werkster en breder dan een koningin. De ogen van een dar zijn twee keer zo groot als die van zijn vrouwelijke soortgenoten. Een dar heeft een klein tongetje waarmee hij bijna geen nectar uit bloemen kan krijgen, ook kan een dar geen stuifmeel aan zijn poten meenemen zoals een werkster dat wel kan. Een dar kan zelfs niet eens steken en als hij honger heeft moet hij gevoed worden door een werkster. Kortom, een dar kan niet veel. Een dar is eigenlijk een precisie-instrument ontworpen voor één doel: het bevruchten van een jonge koningin. De grote ogen zijn nodig voor het spotten van een potentiële kandidaat, dit gebeurt in de lucht, dus goede visie is best belangrijk.

imker; dar

Paringsritueel

Goed, tot nu toe denk je misschien dat een dar best een relaxed leven heeft. Hij heeft als enige taak het bevruchten van jonge koninginnen, wordt gevoed als hij honger heeft en hoeft verder geen taken uit te voeren zoals schoonmaken, broed verzorgen of nectar halen. Maar dan, het paringsritueel!

Als dar vlieg je naar een darrenverzamelplaats. Dit is een plek waar darren uit verschillende volken zich verzamelen en wachten op een jonge koningin, zeg maar een soort zaterdagavond op het Leidseplein. Zodra er een jonge koningin op het toneel verschijnt gaan de darren met een grote groep achter de koningin aan. Zo’n stoet aan darren worden ook wel een ‘darrenkomeet’ genoemd. De dar probeert bij de koningin te komen om haar, in de lucht, te bevruchten. Dit kan wel op 60 meter hoogte plaatsvinden.

Op het moment dat de dar de koningin heeft weten te bereiken en de paring begint, bereikt hij zij hoogtepunt binnen vijf seconden. Op het ‘moment suprême’ gaat er zóveel bloed naar zijn geslachtsdeel dat de dar verlamt. Zijn geslachtsorgaan breekt af en blijft achter in de koningin terwijl de dar van de haar af valt. De dar is zo verzwakt dat hij het niet overleeft. Zijn levensmissie volbracht hebbend stort de dar meters naar beneden, dood.

Darrenslacht

Overlijden na ejaculatie is echter niet het lot van de meeste darren. Naar schatting is minder dan één op de 1.000 darren in zijn leven is staat een koningin te bevruchten. Verreweg de meeste darren zullen dus in die zin een onbevredigd leven leiden (lijden, dus). De levensduur van een dar is sterk afhankelijk van de tijd van het jaar en de omstandigheden waarin hij opgroeit. In het beste geval zal een dar ongeveer 90 dagen oud worden. Mocht een bijenvolk een tekort aan voedsel hebben is de dar de eerste die dit zal merken. Als er schaarste is zullen de werksters simpelweg geen voedsel aan de dar verspillen. Aan het einde van de zwermtijd, als de darren niet meer nodig zijn, beslissen de werksters de darren hardhandig uit de kast te zetten. Dit ritueel wordt ‘de darrenslacht’ genoemd.  In de winter zijn er dus geen darren in het volk aanwezig.

darrenslacht; imker

De geboorte

Een dar wordt geboren uit een onbevrucht eitje. Dit houdt in dat de koningin een eitje legt zonder daar een mannelijk zaadje aan toe te voegen. Hierdoor heeft een dar enkel de erfelijke eigenschappen van zijn moeder (de koningin). Een dar heeft dus eigenlijk geen vader, maar wel een opa, omdat de koningin wél wordt geboren uit een bevrucht eitje.

Een darreneitje wordt in een cel gelegd die speciaal voor een dar bedoeld is. Deze cel is groter dan een werkstercel en kan snel herkend worden door de ronde deksel waarmee de cel wordt gesloten. Van ei tot bij duurt bij een dar 24 dagen. Na drie dagen verandert het eitje in een larf. Weer zes dagen later verandert de larf in een pop en wordt de cel dichtgemaakt. Na 15 dagen is de verpopping afgerond en zal er een dar uit de cel tevoorschijn komen. 

Het slagingspercentage van een dar is extreem klein en kan het beste vergeleken worden met het slagingspercentage van een enkel spermazaadje. Alleen de snelste en de beste weet zijn doel te bereiken en zal zijn genetische eigenschappen doorgeven aan de volgende generatie. Vele zullen falen, maar om af te sluiten in de woorden van Johan Cruijf: “nooit geschoten is altijd mis”.

dar; darrenbroed; imker

Delen

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin
Share on pinterest
Share on whatsapp
Share on email

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Blijf op de hoogte van de laatste blogposts, de mooiste foto’s en andere ontwikkelingen!

Dankjewel

Je bent aangemeld.

Ter bevestiging ontvang je een email.

Aanmelden

Blijf op de hoogte van de laatste blogposts, de mooiste foto’s en andere ontwikkelingen!

Je bent aangemeld!

Ter bevestiging ontvang je een email.